

Welzalig de man die niet wandelt in de raad van de goddelozen,
die niet staat op de weg van de zondaars,
die niet zit op de zetel van de spotters,
maar die zijn vreugde vindt in de wet van de HEERE en Zijn wet dag en nacht overdenkt.
Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken,
die zijn vrucht geeft op zijn tijd, waarvan het blad niet afvalt;
al wat hij doet, zal goed gelukken.
(Psalm 1)
Hef uw hoofden op, o poorten,
en verhef u, eeuwige deuren,
opdat de Koning der ere binnengaat.
Wie is deze Koning der ere?
De HEERE, sterk en geweldig,
de HEERE, geweldig in de strijd.
Hef uw hoofden op, o poorten,
ja, verhef ze, eeuwige deuren,
opdat de Koning der ere binnengaat.
Wie is Hij, deze Koning der ere?
De HEERE van de legermachten,
Hij is de Koning der ere.
(Psalm 24:7-10)


Want er zal een Twijgje opgroeien uit de afgehouwen stronk van Isaï,
en een Loot uit zijn wortels zal vrucht voortbrengen.
Op Hem zal de Geest van de HEERE rusten:
de Geest van wijsheid en inzicht, de Geest van raad en sterkte, de Geest van de kennis en de vreze des HEEREN.
Zijn ruiken zal zijn in de vreze des HEEREN.
Hij zal niet oordelen naar wat Zijn ogen zien
en Hij zal niet vonnissen naar wat Zijn oren horen.
Hij zal de armen recht doen in gerechtigheid en de zachtmoedigen van het land zal Hij met rechtvaardigheid vonnissen.
Maar Hij zal de aarde slaan met de roede van Zijn mond en met de adem van Zijn lippen zal Hij de goddeloze doden.
Want gerechtigheid zal de gordel om Zijn heupen zijn, en de waarheid de gordel om Zijn middel.
(Jesaja 11:1-5)
Een andere gelijkenis hield Hij hun voor.
Hij zei: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een mosterdzaad, dat iemand nam en in zijn akker zaaide.
Dat is wel het kleinste van al de zaden, maar als het opgegroeid is, is het het grootste van de tuingewassen en het wordt een boom, zodat de vogels in de lucht een nest komen maken in zijn takken.
